7.8.2 Bespreken argumentatie inreisverboden
Als de IND een inreisverbod oplegt, bespreek je dit uiteraard met je cliënt. Je legt hem de consequenties hiervan uit, namelijk dat hij gedurende de opgelegde periode (twee, tien of twintig jaar) niet in de Europese Unie mag komen en als hij dat wel doet, hij strafbaar is. Ook leg je uit dat de duur van het inreisverbod pas gaat lopen, nadat je cliënt de EU heeft verlaten. Daarbij wijs je je cliënt erop dat hij als hij de EU verlaat, hij moet zorgen dat hij daarvan bewijs bewaart, zodat hij aannemelijk kan maken wanneer de duur van het inreisverbod is ingegaan.
Argumenten tegen inreisverbod
Je bespreekt de argumenten om in te brengen tegen het inreisverbod. Als het gaat om een inreisverbod voor de duur van twee jaar, bespreek je bijvoorbeeld met de cliënt of hij kan onderbouwen dat hij wel tijdig aan zijn vertrekplicht heeft voldaan of dat er bijzondere omstandigheden zijn waarom hij niet aan zijn vertrekplicht kon voldoen. Ook kunnen het recht op bescherming van het familie- en privéleven ex artikel 8 EVRM in de weg staan aan het opleggen van een inreisverbod voor de duur van twee jaar. Medische omstandigheden kunnen eveneens een reden zijn waarom het inreisverbod voor de duur van twee jaar niet kan worden opgelegd. Bespreek met de cliënt of en in hoeverre hiervan sprake is en vraag hem -indien aan de orde-of hij documenten heeft om zijn familie- en privéleven en medische omstandigheden te onderbouwen.
Bij inreisverboden voor de duur van tien en twintig jaar kunnen -naast het hierboven genoemde familie- en privéleven en de medische omstandigheden- argumenten worden ingebracht om te ontkrachten dat je cliënt een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging voor een fundamenteel belang van de samenleving vormt. Let daarbij op dat dit cumulatieve vereisten zijn en dat de IND dus moet motiveren dat aan alle vier vereisten van de definitie wordt voldaan. Tegen alle vier vereisten kunnen dus ook argumenten worden ingebracht.[38] Vooral tegen het aspect ‘actuele’ van de bedreiging kunnen vaak argumenten worden ingebracht.[39]
Het Unierechtelijk evenredigheidsbeginsel is van toepassing bij inreisverboden.[40] Hier kan je ook een beroep op doen.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen