7.6 Hoger beroep
Na ontvangst van de uitspraak, nodig je de cliënt met tolk uit voor een bespreking op kantoor om de uitspraak, de consequenties hiervan en de mogelijkheid van hoger beroep te bespreken. De termijn voor het instellen van hoger beroep bij een uitspraak die ziet op een 1F-beschikking is één week. Verwezen wordt hierbij naar hoofdstuk 5 inzake hoger beroep. Voor de 1F zaken wordt voorts nog gewezen op het volgende.
Je neemt de uitspraak integraal met je cliënt door. Net als het voornemen en de beschikking beslaat de uitspraak waarschijnlijk ook verschillende onderdelen. Mogelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de IND terecht ‘knowing participation’ heeft vastgesteld, maar niet terecht ‘personal participation’ heeft tegengeworpen. Misschien is de rechtbank ook tot het oordeel gekomen dat je cliënt wel betrokken is geweest bij een misdrijf, maar dat de IND het misdrijf ten onrechte heeft gekwalificeerd als een misdrijf in de zin van artikel 1F onder a, b of c Vv. Het kan ook zo zijn dat de IND niet aannam dat artikel 3 EVRM zich verzet tegen uitzetting en de rechtbank dit heeft bevestigd. Hetzelfde geldt voor rechterlijke oordelen over het onthouden van de vertrektermijn en het inreisverbod. Het is dus van belang om goed alle verschillende rechtsonderdelen van de uitspraak te beoordelen, met de cliënt te bespreken en de consequenties ervan uit te leggen.
Indien de cliënt op een aantal onderdelen in het gelijk is gesteld, maar op andere onderdelen niet, bespreek je de mogelijkheid van hoger beroep en ook het risico dat de IND in incidenteel hoger beroep gaat. Je kunt ook met de cliënt overleggen om, als het geen oordelen zijn waarbij hij in het ongelijk is gesteld die tot 1F-vaststelling leiden, een eventueel hoger beroep van de IND af te wachten en afhankelijk daarvan (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep in te stellen tegen onderdelen van de uitspraak waarbij cliënt in het ongelijk is gesteld.
Indien de rechtbank oordeelt dat de IND terecht heeft aangenomen dat artikel 3 EVRM zich niet tegen uitzetting verzet, kan dat ook reden zijn voor hoger beroep. Daarbij bespreek je ook het risico van incidenteel hoger beroep.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen