7.5.2 Specifieke aspecten artikel 1F en beroep
Voor het instellen van rechtsmiddelen wordt in elk geval verwezen naar hoofdstuk 4. Specifiek voor de beschikking 1F en de beroep- en verzoekprocedure moet je voldoende tijd uittrekken voor het opstellen van de gronden. Het kost vaak redelijk veel tijd om een goed en volledig beroepschrift op te stellen; juist ook omdat de beschikking veel verschillende onderdelen bevat (zie de hierboven genoemde onderdelen bij paragraaf 7.4.1). Zoals ook hierboven uitgelegd (zie paragraaf 7.4.2), is het noodzakelijk om in het beroepschrift op de verschillende onderdelen van de 1F-beschikking in te gaan voor zover daartegen argumenten kunnen en moeten worden ingebracht. Opnieuw is het van belang om daarbij de verklaringen en uitleg van je cliënt te betrekken en de landeninformatie. Afhankelijk van de zaak is het misschien ook mogelijk om een deskundige te benaderen die een rapport kan opstellen ter weerlegging van de 1F-gedragingen en/of die deskundige mee te nemen naar zitting.
In het algemeen zal de IND een verweerschrift uitbrengen in 1F-zaken. Het verweerschrift bespreek je met de cliënt en daarbij maak je gebruik van een tolk als dat nodig is. Afhankelijk van de inhoud van het verweerschrift, dien je nog een reactie in bij de rechtbank tot uiterlijk tien dagen voor de zitting.
Ook bereid je de cliënt voor op de zitting. In zaken waarbij 1F aan de orde is, houdt de rechtbank meestal een meervoudige kamer zitting. Een zitting waar artikel 1F aan de orde is, duurt vaak langer dan een zitting in een asielzaak. Bij de voorbereiding op de zitting, leg je de cliënt uit hoe de zitting verloopt (zie hoofdstuk rechtsmiddelen). Je legt daarbij dus ook uit dat drie rechters zich over de zaak van de cliënt buigen en wat de rol is van de voorzitter, de andere twee rechters en van de griffier.
Bereid je cliënt erop voor dat de voorzitter en mogelijk ook de andere rechters en de griffier vragen zullen stellen aan de advocaat, de vertegenwoordiger van de IND en mogelijk ook aan je cliënt. Die kunnen over alle verschillende onderdelen van het beroep gaan. Geef daarbij aan dat je cliënt geen antwoord hoeft te geven op de vragen. Belangrijk om goed voor ogen te houden is dat de rechter bij een 1F-beoordeling een volle toets aanlegt en dus ook de feiten en de bronnen vol zal moeten toetsen.[25]
Ook informeer je de cliënt dat de termijn voor het doen van een uitspraak in een 1F-zaak vaak niet wordt gehaald en dat het langer dan zes weken na de zitting kan duren voordat de uitspraak komt.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen