7.2.2 Bespreken relaas cliënt / voorbereiding op het nader gehoor
Tijdens de bespreking doe je goed navraag naar het relaas van de cliënt voor zover dat van belang is voor de vraag of artikel 1F van toepassing is (voor reguliere voorbereiding nader gehoor, zie hoofdstuk 1). Laat de cliënt uitgebreid vertellen. Als het gaat om de rol binnen een organisatie of orgaan waar de cliënt werkte, vraag je goed door over de structuur binnen de organisatie of het orgaan en de positie van cliënt. Ook vraag je door over de eventuele rang van de cliënt. Als de cliënt een leidinggevende was, vraag je ook door over de wijze waarop hij controle had over ondergeschikten. Ook doe je navraag bij de cliënt of mogelijk een vrijwaringsgrond aan de orde is.
Vraag bij het relaas van je cliënt goed door
- Had je cliënt een rol binnen een organisatie of orgaan? Vraag door over de structuur binnen de organisatie of het orgaan en de positie van je cliënt.
- Vraag naar de rang van je cliënt.
- Was hij/zij leidinggevende? Vraag door over hoe je cliënt controle had over ondergeschikten.
- Vraag na of er een vrijwaringsgrond is.
Tijdens de voorbereiding leg je de cliënt uit wie er bij het gehoor aanwezig is, namelijk een ambtenaar, soms twee (één typt het gehoor uit en de ander stelt de vragen), een tolk en de cliënt. Het nader gehoor zal in zijn geval niet alleen gaan over de redenen waarom de cliënt asiel aanvraagt, zoals normaal bij een nader gehoor, maar waarschijnlijk ook ingaan op handelingen en werkzaamheden die de cliënt heeft verricht om te beoordelen of artikel 1F Vv van toepassing is. Wijs er nogmaals op wat 1F inhoudt
Ook leg je uit dat de bewijslast op de IND rust bij toepassing van artikel 1F Vv. Als je cliënt iets niet weet of niet meer precies weet, dan kan hij dat gewoon zeggen. De cliënt kan ook aangeven tijdens het gehoor als het hem te veel wordt en hij een pauze nodig heeft. Verder leg je de cliënt uit dat indien een vrijwaringsgrond van toepassing is, hij hierover duidelijk moet verklaren tijdens het gehoor.
Kondig aan dat de ambtenaar zijn vragen niet beperkt tot de specifieke gedragingen waarom 1F mogelijk van toepassing is, maar dat de vragen een veel breder kader kunnen beslaan. Zo kan de ambtenaar ook bijvoorbeeld vragen stellen over opleiding, datum indiensttreding enzovoort.
Je legt uit dat de ambtenaar grondig onderzoek heeft gedaan als voorbereiding op het gehoor. De ambtenaar zal veel en gedetailleerde vragen stellen, waardoor het gehoor vaak een hele dag en soms zelfs meerdere dagen kan duren (dat is voornamelijk het geval bij het aanvullend 1F-gehoor, zie hierna). Als je verwacht dat het nader gehoor grotendeels zal gaan over de werkzaamheden/handelingen waarop 1F mogelijk van toepassing is, is het raadzaam om het gehoor als advocaat bij te wonen. Je bespreekt met de cliënt of hij dit wil.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen