20.7 Registratie in BRP en het BSN
Voor je cliënt is de BRP-inschrijving belangrijk, maar voor jou als advocaat is de betrokkenheid bij dit proces eigenlijk zeer gering. De inschrijving bestaat uit administratieve stappen die door de verschillende instanties worden uitgevoerd, maar dit heeft geen invloed op de asielprocedure van je cliënt.
In de Wet Brp staat dat een cliënt die naar redelijke verwachting gedurende een half jaar ten minste tweederde van die tijd in Nederland zal verblijven, zich uiterlijk op de vijfde dag na aanvang van zijn verblijf in persoon moet melden bij de gemeente om zich te laten inschrijven in de BRP. Inschrijving kan alleen als iemand rechtmatig in Nederland verblijft.[23]
Voordat iemand kan worden ingeschreven, moet eerst diens identiteit worden vastgesteld.
Je cliënt krijgt van het COA een uitnodiging om zich in te schrijven in de BRP. Het COA regelt vervoer van en naar deze afspraak. De gemeentes zijn verantwoordelijk voor de inschrijving en werken hiervoor in een BRP-straat samen met het COA, KMar, AVIM en de IND. Er zijn meerdere BRP-straten verspreid over Nederland. Voor de inschrijving geeft de IND een mededeling af met daarin de gegevens van jouw cliënt zoals die bij de IND bekend zijn conform art. 2.17 Wet Brp.
Na de inschrijving in de BRP krijgt je cliënt een BSN-nummer. Dat BSN-nummer is voor je cliënt belangrijk omdat hij daarmee ook toegang krijgt tot de arbeidsmarkt en een gewone bankrekening kan openen. Op de bankrekening (Money-card) die hij van het COA heeft gekregen kan hij namelijk geen salaris ontvangen.
Je cliënt kan zich volgens het COA en de gemeente niet inschrijven in de BRP indien er sprake is van:
- Dublinprocedure
- Veilig land van herkomst
- Statushouder in een andere EU-lidstaat
- Onrechtmatig verblijf, of
- Als de identiteit niet is vastgesteld, maar de wettelijke basis voor deze uitzonderingen is onduidelijk.[24]
Als je cliënt een status heeft gekregen dan kan hij onder bepaalde omstandigheden met spoed worden ingeschreven. Ook als je cliënt een arbeidscontract heeft en de tewerkstellingsvergunning (TWV) door zijn werkgever is aangevraagd, kan hij in aanmerking komen voor een spoedinschrijving. Dit geldt ook voor een studie. Je cliënt kan dit verzoek om spoedinschrijving zelf doen bij het COA. Het COA zet dit verzoek vervolgens door naar de betreffende afdeling. De inschrijving vindt vervolgens plaats binnen 2 tot 3 weken.
Mochten en in de BRP onjuiste of onvolledige gegevens staan dan kan je cliënt bij de gemeente zelf een verzoek indienen om zijn gegevens te wijzigen.[25]
De gemeente zal niet zomaar gegevens wijzigen. Je client moet wel met documenten kunnen aantonen dat de gegevens niet correct zijn. Meer informatie over de wijzigingsprocedure kun je vinden op de website van de NVVB.[26] Daar kun je ook lezen hoe de gemeente met verzoeken om wijziging van gegevens om zal gaan. Als de gemeente het verzoek om wijziging (schriftelijk) heeft afgewezen dan kun je daartegen bezwaar maken.
Wijziging gegevens BRP
Als je cliënt zijn gegevens in de BRP wijzigt, dan kan de IND dit zien. Dit kan dan gevolgen hebben voor de procedure of de verblijfsvergunning van je cliënt.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen