13.10.2 Taalanalyse
De taalanalyse wordt verricht door het Team Onderzoek en Expertise Land en Taal (hierna: TOELT) van de IND. De analyse wordt aangemerkt als een deskundigenbericht. De IND kan in principe op de uitkomst afgaan indien zij zich ervan heeft vergewist dat het rapport op onpartijdige, objectieve en inzichtelijke wijze is opgesteld, de vergewisplicht. Ook hier geldt dat er als er concrete aanknopingspunten zijn voor twijfel aan de taalanalyse, de IND in het kader van deze vergewisplicht meer informatie of duidelijkheid moet vragen bij het TOELT.
Is eenmaal het vereiste van de vergewisplicht gehaald, dan mag de IND afgaan op de conclusie van het rapport van het TOELT, tenzij een contra-expertise de uitkomst van het rapport van het TOELT weerspreekt en de claim van je cliënt ondersteunt.
In de meeste gevallen is het niet verstandig om te weigeren mee te werken aan de taalanalyse. Als je cliënt dit toch wil weigeren, dan is het belangrijk om je cliënt te wijzen op de gevolgen.
Omdat de taalanalyse wordt gezien als een tegemoetkoming aan de bewijslast van je cliënt in het aantonen van de nationaliteit en herkomst, zal het weigeren van medewerking als snel leiden tot de conclusie dat de nationaliteit en herkomst niet gevolgd kunnen worden. Er kan vervolgens slechts betoogd worden dat er geen aanleiding had mogen bestaan om te twijfelen aan de nationaliteit en herkomst, maar de kans op succes is daarbij erg klein.
Als je cliënt zijn herkomst niet aannemelijk kan maken, maar de IND geen taalanalyse aanbiedt, kan er actief worden verzocht om een taalanalyse op te starten. Er moet dan betoogd worden dat het onderzoek van doorslaggevend belang is voor de beoordeling of je cliënt in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning. Het is aan te raden om dit verzoek zo vroeg mogelijk in de procedure naar voren te brengen.
Als de IND weigert om dit verzoek in te willigen of als er een negatieve taalanalyse is uitgebracht, dan is het mogelijk om op eigen initiatief een taalanalyse (of contra-expertise) op te starten. Voor taalanalyses moet -bij afwezigheid van taalanalisten in Nederland- worden uitgeweken naar buitenlandse aanbieders, zoals Sprakab.[27]
Een contra-expertise moet verricht worden op dezelfde opname die ten grondslag heeft gelegen aan de taalanalyse door het TOELT. Ook de contra-expertise moet voldoen aan de eisen die worden gesteld aan een deskundigenbericht. Houd ook in de gaten dat de contra-expert concreet in gaat op het deskundigenbericht van de IND en dat dezelfde uitgangspunten worden gehanteerd als de deskundige van de IND.[28] De kosten voor de contra-expertise komen voor de rekening van je cliënt, maar ook hiervoor kan vergoeding bij het COA worden aangevraagd. Zie hiervoor paragraaf 13.9.4 van dit hoofdstuk.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen