13.1.2 Asielinhoudelijke bronnen
Het asielrelaas van de cliënt kan met verschillende documenten worden onderbouwd. Welke documenten relevant zijn, hangt af van het specifieke relaas van de cliënt. Zo zal bij een cliënt met politieke motieven een lidmaatschapspas van een politieke partij een rol kunnen spelen, terwijl het bij een cliënt die gevlucht is vanwege een huwelijk dat niet werd geaccepteerd zinvol kan zijn een huwelijksakte te overleggen. Als een cliënt asiel aanvraagt vanwege problemen rondom de militaire dienstplicht, maar ook om een betoog te kunnen voeren tegen toepassing van artikel 1F, is het overleggen van een militair boekje belangrijk.
Verklaringen van familieleden of vrienden worden over het algemeen niet als een objectieve bron gezien, waardoor er in de regel door de IND minder waarde aan wordt toegekend. Dit soort verklaringen kunnen wel gebruikt worden om het relaas van je cliënt te ondersteunen naast andere bewijsmiddelen en er kan mogelijk een verband worden gelegd met informatie uit onafhankelijke bronnen.
Het is belangrijk om met je cliënt te bespreken welke documenten relevant kunnen zijn ter onderbouwing van het asielrelaas. Als documenten zich nog in het buitenland bevinden moeten deze documenten zo spoedig mogelijk naar Nederland worden gestuurd om ze aan te kunnen voeren in de procedure. Ook hier geldt dat er meer gewicht wordt toegekend aan originele documenten ten opzichte van kopieën van documenten.
Als het echter niet mogelijk blijkt om de originele stukken naar Nederland te krijgen, is aan te raden om zo veel mogelijk kopieën van de documenten te verzamelen en te overleggen. Je kunt je cliënt bijvoorbeeld vragen om een foto toe te sturen, die alvast overgelegd kan worden zo lang het originele document nog niet in Nederland is.
Als je cliënt in het bezit is van video- of audio-opnames of social media posts ter ondersteuning van het asielverzoek, moet beoordeeld worden hoe die informatie het beste overgelegd kan worden aan de IND. De IND heeft geen goede mogelijkheden om video’s te bekijken. In eerste instantie kunnen daarom het beste eerst screenshots van de video’s worden overgelegd waaruit de meest relevante informatie blijkt. Bij audio-opnames kan voorgesteld worden om deze af te luisteren tijdens het gehoor, zodat de inhoud bij de beoordeling van het verzoek betrokken kan worden. Van social media posts kunnen eveneens screenshots worden gemaakt en overgelegd.
De waarde van dergelijke bewijsmiddelen zal afhangen van de mate waarin er een duidelijk verband bestaat tussen je cliënt en de overgelegde informatie, de mate waarin de bron van de audio- of video-opname betrouwbaar is en de mate waarin kan worden vastgesteld wanneer en hoe de opnames zijn gemaakt.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen