11.3.1 Asielrelaas cliënt
Het asielrelaas van je cliënt bevat over het algemeen aanknopingspunten om te beoordelen of er sprake is van uitbuiting. Signalen waar je op moet letten zijn onder andere: gevaarlijk en ongezond werk moeten doen, lange werkdagen, niet kunnen beschikken over eigen paspoort, hoge schuld, niet kunnen beschikken over eigen geld, slechte huisvesting, gedwongen seksuele handelingen, schulden aflossen door middel van gedwongen seks met vreemden. Het Rode Kruis biedt gratis online e-learnings aan om signalen mensenhandel te leren herkennen.[8] Ook de organisatie Comensha biedt veel informatie over mensenhandel en uitbuiting.[9] Ook de Raad van Europa biedt een zeer uitgebreide gratis e-learning aan op haar website.[10]
De IND grijpt ook vaak in de latere procedures - na de aangifte mensenhandel en eventuele vervolgaanvragen (humanitair niet-tijdelijk) - terug op de verklaringen in de asielprocedure, bijvoorbeeld over de reisroute en de rol van de mensensmokkelaar of- handelaar. Het is dus ook hier, zoals altijd, aan te raden om de gehoren goed te controleren en waar nodig aan te vullen of te corrigeren.
Wanneer je cliënt slachtoffer is van mensenhandel is het werken aan de vertrouwensrelatie extra van belang. Deze cliënten zijn in het algemeen (nog meer) getraumatiseerd en beïnvloedbaar gebleken. Wees je hiervan bewust en neem ze extra goed bij de hand. Het komt verder vaak voor dat je cliënt psychische problemen heeft. Dit kan weer gevolgen hebben voor het horen en het vermogen van je cliënt om coherent te verklaren. Laat het de IND weten als je vermoedt dat er psychische problemen spelen en onderbouw dit zo mogelijk. Ook met het oog op de toekomst.
Tevens is het van belang om in de asielprocedure van een mogelijk slachtoffer van mensenhandel aandacht te besteden aan de vrees voor de mensenhandelaren bij terugkeer naar het land van herkomst. Een geloofwaardige vrees voor mensenhandelaren kan een grond van asiel opleveren.[11] Vraag hier goed op door bij je cliënt en bekijk de landeninformatie. Doe ook navraag naar bewijzen van eventuele bedreigingen door de handelaar en stel deze bewijzen veilig.
Besteed daarbij ook aandacht aan de maatschappelijke situatie in het land van herkomst; is prostitutie bijvoorbeeld strafbaar in het land van herkomst en kan dit tot vervolging leiden bij terugkeer, is er sprake van risico op maatschappelijke uitsluiting, hoe is de situatie voor eventuele buitenechtelijke kinderen enzovoort.
Wees extra alert bij cliënten in vreemdelingenbewaring (bijvoorbeeld na een WAV-controle) en check altijd of er tekenen zijn die op mensenhandel kunnen wijzen. Al bij de geringste aanwijzing van mensenhandel moet er namelijk bedenktijd worden verleend. Als er aan je cliënt bedenktijd wordt verleend, wordt de vreemdelingenbewaring opgeheven.[12]
Zorg ervoor dat je goede afspraken met je cliënt maakt over hoe je met elkaar in contact blijft, zodat je -ook wanneer je cliënt uit de opvang gaat of zelf vertrekt- via telefoon of e-mail contact kunt (blijven) houden.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen