11.3 Aanvraag verblijfsvergunning mensenhandel

De IND merkt de kennisgeving van aangifte of het verlenen van medewerking aan het strafproces mensenhandel (Model M55) ambtshalve aan als een aanvraag voor het verlenen van een verblijfsvergunning, zodra deze door de politie of KMar is doorgestuurd naar de IND.

Soms spelen er praktische problemen, zoals het feit dat het niet altijd mogelijk blijkt op korte termijn aangifte te doen bij de politie of wanneer de politie niet bereid is de aangifte op te nemen. De weigering een aangifte op te nemen is in strijd met de wet. Je kunt de politie hierop namens je cliënt wijzen en in het uiterste geval kun je in naam van je cliënt schriftelijk een aangifte indienen (artikel 161, 163, 165 Sv). Dit verdient zeker niet de voorkeur en dient alleen als laatste redmiddel te worden gedaan.

Een ambtshalve verlening op grond van dit beleid in de asielprocedure komt weinig voor. De reden hiervoor is dat eerst aangifte moet worden gedaan; er is dus altijd een vereiste alvorens - bij aangifte - de verblijfsvergunning binnen 24 uur na het doorsturen van de aangifte wordt verleend. Een belangrijke uitzondering hierop kan zich voordoen wanneer je al snel in de asielprocedure zou kunnen aantonen dat je cliënt geen aangifte kan of wil doen of anderszins medewerking kan of wil verlenen vanwege ernstige bedreiging, een medische of psychische beperking en/of minderjarigheid (3.48 eerste lid onder d Vb). In dat geval zou een losse aanvraag kunnen worden gedaan door je cliënt of ambtshalve door de IND kunnen worden geoordeeld dat de verblijfsvergunning wordt verleend.