11.1 Beleid voor mensenhandel en uitbuiting
Het beleid voor mensenhandel en uitbuiting komt er kort gezegd op neer dat slachtoffers van mensenhandel of getuige-aangevers in het bezit kunnen worden gesteld van een reguliere verblijfsvergunning zodra zij aangifte hebben gedaan van dit strafbare feit. Europeesrechtelijk is dit geregeld in Richtlijn 2011/36 tegen mensenhandel.[1] Een ander belangrijk internationaal instrument is het Verdrag van Warschau ter bestrijding van mensenhandel.[2]
De Europese Commissie heeft op 19 december 2022 voorgesteld om de Richtlijn ter voorkoming en bestrijding van mensenhandel aan te scherpen. Zodra deze is aangenomen, moeten de lidstaten de nieuwe regels omzetten in nationaal recht.
In Nederland verstaat men onder mensenhandel (artikel 273 f Wetboek van Strafrecht) het werven, vervoeren, overbrengen, opnemen of huisvesten van een persoon, met gebruik van dwang (in brede zin) en met het doel die persoon uit te buiten. In geval van minderjarigen geldt het vereiste van ‘dwang’ niet. Wanneer iemand een minderjarige werft, vervoert etc. met het oogmerk van uitbuiting, dan is er toch sprake van mensenhandel, ook als dat zonder dwang gebeurt.
De (beoogde) uitbuiting is de kern van mensenhandel. Uitbuiting kan zich in de seksindustrie afspelen, bijvoorbeeld wanneer iemand onvrijwillig voor iemand anders in de prostitutie werkt, maar ook in andere economische sectoren. Het gaat dan om zulke slechte arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, dat hierdoor mensenrechten in gevaar komen. Ook gedwongen criminaliteit valt onder mensenhandel. Nog een voorbeeld van mensenhandel is het met dwang werven, vervoeren etc. van een ander met als doel organen uit het lichaam van die ander te verwijderen. Het maakt niet uit of de mensenhandel grensoverschrijdend is of binnen Nederland plaats vindt.
Om cliënten bij te kunnen staan in deze zaken, stelt de RvR aanvullende eisen. Mocht je een casus tegenkomen waarin aspecten van mensenhandel en uitbuiting spelen en dit niet je specialisatie is, verwijs de zaak dan zo snel mogelijk door naar een collega die hier wel in is gespecialiseerd is.[3] Naast de RvR heeft Comensha ook een lijst van (met name reguliere) advocaten die gespecialiseerd zijn in mensenhandelzaken.[4] Je kunt cliënten via de RvR dan wel bij Comensha aanmelden voor verdere hulp en begeleiding als je cliënt nog niet bekend is in de hulpverlening.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen