10.3 Ambtshalve toets artikel 8 EVRM in asielzaken
In de asielprocedure toetst de IND ambtshalve aan artikel 8 EVRM. Denk hierbij aan de situatie dat je cliënt familieleven heeft met zijn partner of een kind heeft dat in Nederland woont met een verblijfsvergunning.
De ambtshalve toets aan artikel 8 EVRM vindt plaats bij de afwijzing van de eerste asielaanvraag die is ingediend binnen zes maanden na binnenkomst in Nederland (artikel 3.6a lid 1 onder a Vb). Dit gebeurt ook bij de afwijzing van de aanvraag tot verlenging van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (artikel 3.6a lid 5 Vb) en bij de intrekking van deze zelfde vergunning. Er vindt dus geen ambtshalve toets aan artikel 8 EVRM plaats bij een opvolgende asielaanvraag of in een Dublinzaak.
Inhoudelijk zal de toets aan artikel 8 EVRM in de asielprocedure of bij een losse aanvraag niet veel verschillen, behalve dat de client in de asielprocedure natuurlijk geen mvv hoeft aan te vragen, niet hoeft in te burgeren en geen leges hoeft te betalen. Wat in de asielprocedure soms ingewikkelder is, is dat er vaak pas een korte tijd sprake is van familieleven en er niet altijd al veel bewijs voorhanden is.
Uit de uitspraak van de Afdeling van 16 augustus 2022 volgt dat de staatssecretaris niet verplicht is om een ambtshalve beoordeling in het kader van artikel 8 EVRM te maken. Als een vreemdeling impliciet of expliciet een beroep doet op artikel 8 van het EVRM, moet hij wel deugdelijk motiveren waarom hij geen gebruik maakt van zijn bevoegdheid om die vreemdeling -onverminderd de artikelen 3.6 en 3.6a Vb 2000- ambtshalve krachtens artikel 3.6b, aanhef en onder c, Vb 2000 een verblijfsvergunning op grond van artikel 8 van het EVRM te verlenen.[8] Geef daarom als advocaat altijd aan wanneer 8 EVRM-aspecten spelen in een zaak.
In de praktijk zie je vaak dat de staatssecretaris zich op het standpunt stelt dat de cliënt te weinig informatie heeft aangedragen om over te gaan tot een ambtshalve beoordeling. Wanneer er een expliciet beroep op artikel 8 EVRM is gedaan, bijvoorbeeld in de zienswijze, zal de IND hier niet zo snel mee weg komen.[9] Hetzelfde geldt voor een veel voorkomend argument van de IND dat de cliënt de mogelijkheid heeft een reguliere aanvraag in te dienen. Nog afgezien van de zwaarder voorwaarden (zoals leges) bij een losse aanvraag 8 EVRM, is de ambtshalve toets in asiel aan een aantal humanitair-reguliere gronden -waaronder artikel 8 EVRM- juist ingevoerd is om een opeenstapeling van procedures door de vreemdelingen te voorkomen.[10]
De IND zal bij een aanvraag artikel 8 EVRM of een ambtshalve toets in asielaanvragen altijd eerst toetsen of er een regulier verblijfsdoel bestaat voor de aanvraag (bijvoorbeeld verblijf bij echtgenoot of partner) en als dat bestaat, daaraan toetsen. Als er geen regulier kader bestaat, dan wordt getoetst aan artikel 8 EVRM (resttoets). In sommige gevallen kan dus op grond van artikel 8 EVRM toch een verblijfsvergunning moet worden verleend, ook als een cliënt volgens nationale regelgeving geen recht heeft op verblijf. Dit artikel is daarom van groot belang voor cliënten die niet aan alle voorwaarden voldoen die in de Nederlandse vreemdelingenwetgeving aan een aanvraag gezinshereniging of gezinsvorming worden gesteld, zoals bijvoorbeeld het mvv- of inkomensvereiste. Ook dan is het mogelijk dat een cliënt dan alsnog verblijf kan verkrijgen op grond van artikel 8 EVRM.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen