6.6.4 Opstellen feitenrelaas

De eerste inhoudelijke stap op het verzoekschriftformulier is het toelichten van de feiten. Daarin geef je een overzicht van wat er op nationaal niveau en eventueel in het land van herkomst is gebeurd, vanuit een EHRM-perspectief. Dat betekent dat je nationaalrechtelijk (procedurele) kwesties die niet raken aan de gestelde schending van artikel 3 (jo. 13) EVRM achterwege kunt laten omdat het EHRM de zaak alleen vanuit EVRM-oogpunt beoordeelt. Beschrijf de feiten in chronologische volgorde. Zo kun je bijvoorbeeld eerst het asielrelaas bespreken op basis van de gehoren, daarna de beslissing(en) toelichten, vervolgens uiteenzetten wat er inhoudelijk in beroep is aangevoerd en de uitspraak van de rechtbank bespreken en tot slot ditzelfde voor het hoger beroep doen. Het is belangrijk om de feiten te onderbouwen met de relevante stukken uit de procedure. Zorg er in asielzaken voor dat je in ieder geval altijd de zienswijze, beroepsgronden en (verkorte) uitspraken bij het verzoekschriftformulier voegt. Op basis van deze stukken kan het EHRM namelijk beoordelen of de gestelde schending van het EVRM-artikel in de nationale procedure aan de orde is gesteld.