5.1.5 Procesaspecten
Bij de Afdeling kun je zowel digitaal als schriftelijk procederen. Je kunt je hoger beroepschrift dus ook digitaal of schriftelijk indienen; per post, per fax, per ‘Veilig Mailen’ of per ‘Portaal Mijn Zaak’.[3] Bezoek de website van de Afdeling voor meer informatie over de verschillende manieren van procederen.[4] Het contact met de Afdeling verloopt op verschillende manieren. In principe communiceert de Afdeling per post of via het ‘Portaal Mijn Zaak’. Alleen bij spoed gebruikt de Afdeling een fax of ‘Veilig Mailen’.
Formele vereisten
Er zijn verschillende formele vereisten waaraan het hoger beroep dient te voldoen. Deze vind je onder meer in de Awb, de Vw 2000, de Procesregeling vreemdelingenzaken van de Afdeling en de Procesregeling bestuursrechtelijke colleges.[5] Indien het hoger beroepschrift niet voldoet aan deze vereisten, wordt het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Artikel 85, derde lid, Vw 2000 stelt de sanctie van niet-ontvankelijkheid op verzuim van enig vereiste voor het in behandeling nemen van het hoger beroep en stelt de mogelijkheid tot verzuimherstel ex artikel 6:6 van de Awb buiten werking.
Neem in het hoger beroepschrift het volgende op:
- Naam en adres van appellant.[6]
Je zult appellant normaalgesproken domicilie laten kiezen aan je kantooradres; het huisadres van je cliënt hoeft dan niet te worden vermeld, maar wel de woonplaats of de plaats van feitelijk verblijf. Vermeld dan uiteraard wel jouw eigen kantooradres en vestigingsplaats. - De dagtekening.
- Omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is gericht.
- Bijvoeging van de bestreden uitspraak.
- Verklaring dat je een volmacht hebt om namens appellant het hoger beroep in te stellen.
- Indien van toepassing: vermelding dat het griffierecht tijdig zal worden voldaan of ten laste van een eventuele rekening-courant van kantoor bij de Afdeling kan worden gebracht.[7]
- De grieven.
- Dagtekening en ondertekening.
Het is aan te raden gebruik te maken van een vast standaardmodel voor een hoger beroepschrift. Hiervoor is een voorbeeld beschikbaar
Voorlopige voorziening
Het hoger beroep heeft geen opschortende werking. Bij een negatieve uitspraak in eerste aanleg voor je cliënt kan hij in principe verwijderd worden. Ook kan zijn recht op opvang beëindigd worden. Het is daarom meestal noodzakelijk om een vovo aan te vragen op grond van artikel 8:81 Awb. Zie hiertoe ook hoofdstuk 4 Beroep en vovo.
Spoedeisend belang
Voor toewijzing van een vovo is spoedeisend belang vereist. Daarvan is sprake als er bijvoorbeeld al een uitzettingsdatum bekend is. De Afdeling behandelt het verzoek om een vovo zo snel mogelijk. Meestal duurt het ongeveer twee maanden totdat er een uitspraak komt.[8] Mocht een eerdere uitspraak noodzakelijk zijn vanwege beëindiging van de opvang of verwijdering uit Nederland, dan kun je de voorzieningenrechter verzoeken voor de uiterste termijn van opvang/verwijdering een uitspraak te doen.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen