4.7.2 Vovo vliegtuigtrap
De andere situatie is wanneer een asielzoeker met een opvolgende asielaanvraag de beslissing op dit verzoek niet in Nederland mag afwachten. Denk aan de situatie dat iemand zeer kort voorafgaand aan een uitzetting een opvolgende asielaanvraag doet (de vliegtuigtrapaanvraag) en de staat over wil gaan tot uitzetting. Het uitgangspunt dat niet mag worden overgegaan tot uitzetting als iemand een asielverzoek heeft ingediend, gaat niet altijd op. Om de uitzetting in dergelijke gevallen toch door kunnen laten gaan kan de IND gebruik maken van artikel 3.1 lid 2 vb. Artikel 3.1 lid 2 Vb biedt de overheid de mogelijkheid om in een select aantal gevallen te beslissen dat uitzetting niet achterwege blijft ondanks de ingediende aanvraag.
Als je als advocaat een vreemdeling bijstaat die uitgezet gaat worden, moet je erop bedacht zijn dat dit kan gebeuren. Je zult dan heel snel moeten handelen om tijdig een bodemprocedure met een connexe vovo aanhangig te hebben. Er is voor die situaties een piketrechter. Verschillende vreemdelingenkamers hebben per toerbeurt piketdienst en de piketfunctionaris is 24 uur per dag bereiken voor een spoedzaak.[52] Als advocaat doe je er goed aan te bellen met de piketfunctionaris van de rechtbank om aan te geven dat er een zaak aan zit te komen. En meteen te vragen hoe deze het beste kan worden aangebracht.
Artikel 3.1 Vb speelt ook een rol bij de vraag of een vovo mag worden afgewacht. Van de hoofdregel dat dit zo is, kan worden afgeweken indien uitzetting niet achterwege wordt gelaten op de in artikel 3.1, tweede lid, onder a en e bedoelde gronden. Je zult ook in die gevallen alert moeten zijn en zorg moeten dragen voor een tijdig verzoek aan de rechtbank tot het treffen van een ordemaatregel, dan wel toewijzing van het verzoek.[53] Eerder is al gememoreerd aan de Bahaddar-toets; het absolute karakter van artikel 3 EVRM en dat dit absolute karakter met zich kan brengen dat nationale procedureregels onder bepaalde omstandigheden buiten toepassing gelaten moeten worden. Dit is ontleend aan de uitspraak in het Bahaddar-arrest[54], wat in de uitspraak van de ABRvS van 22 juni 2022[55] is uitgewerkt. De toets is lange tijd het strijdwapen tegen een zeer strenge toepassing van artikel 4:6 Awb geweest, maar heeft met de afschaffing van het strenge ne bis in idem-beoordelingskader aan belang ingeboet.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen