4.5 De rechtbankzitting

De zitting bij de rechtbank is voor veel rechtzoekenden heel erg spannend. Zij zijn niet eerder bij de rechtbank geweest, weten niet goed wat van hen verwacht wordt en hoe zij zich daar moeten gedragen. Het is verstandig om de gang van zaken en de zitting bij de rechtbank met je cliënt door te spreken. Bereid de zitting enige tijd voor de daadwerkelijke behandeling op kantoor voor. Leg uit hoe het eraan toe gaat bij de rechtbank. Wat is de rol van de bode? Hoe gaat het uitroepen van de zaak, het naar binnen lopen? Geef je de aanwezigen een hand, achter welke tafel ga je zitten en in welke volgorde? Wie zitten er nog meer in de zaal? Wat is de rol van de rechter, de griffier, de IND, de tolk, de advocaat en die van de rechtzoekende zelf? Deze vragen moet je voor de zitting met je cliënt doornemen.

Dat kan op de volgende manier: maak bij de voorbereiding van de zitting een plattegrond van de zittingzaal, teken uit wie waar zit en bespreek vervolgens hoe de rechter de zaak zal leiden. Je kunt daarover ook een filmpje laten zien.^[47] Wijs je cliënt erop dat de rechter op enig moment tijdens de zitting het woord tot hem zal richten. Hij krijgt ook de gelegenheid om het (laatste) woord te voeren. Het is goed om dat laatste woord ook met de cliënt voor te bereiden.

De ervaring leert dat als de rechtzoekende weet wat hem te wachten staat, hij ook beter begrijpt wat er allemaal gebeurt en - uiteraard afhankelijk van de proceshouding van de overige partijen - dat hij dan ook ervaart dat de rechter serieus naar zijn zaak heeft gekeken. Het resultaat, of dat nu positief of negatief is, zal hij dan makkelijker aanvaarden.