4.3.2 Inhoud beroepschrift
Hebben we het over de inhoud, dan geldt zeker niet als norm ‘meer tekst vergroot de overtuigingskracht’; eerder het tegenovergestelde. Veel advocaten hebben een aantal standaard (inleidende) tekstblokjes. Veelal staat daarin dat het besluit niet deugdelijk is gemotiveerd, dat het onderzoek onvolledig is en dat de beschikking is geslagen in strijd met het Unierecht en artikel 3 EVRM. Ook wordt vaak hetgeen in de bestuurlijke fase is aangevoerd als herhaald en ingelast beschouwd.
Het zijn wellicht stuiptrekkingen uit het verleden, waar de advocaat (als gewoontedier) aan vasthoudt en die nog steeds een prettige eerste aanzet geven voor het schrijven van de verdere gronden. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat “het inlassen van datgene wat in de bestuurlijke fase naar voren is gebracht”, weinig tot geen nut heeft in de beroepsprocedure, waar de rechter ongemotiveerd aan voorbij kan gaan, tenzij er daadwerkelijk en concreet wordt gemotiveerd waarom in een voorkomend geval het inlassen van de stukken uit de bestuurlijke fase van belang is. Denk aan de situatie dat in het besluit is nagelaten in te gaan op standpunten die zijn ingebracht met de zienswijze of bij de correcties en aanvullingen.
De breed geformuleerde zin “dat het besluit niet deugdelijk is gemotiveerd, dat het onderzoek onvolledig is, dat de beschikking is geslagen in strijd met het Unierecht en artikel 3 EVRM”, is een ‘kapstokgrond’, waar je in een voorkomend geval op de zitting vrijwel alles nog onder kunt scharen. Maar deze dient meer als een redmiddel om eventuele laatste ingevingen naar voren te brengen die je als advocaat op de zitting hebt, dan een daadwerkelijke grond waar een rechter inhoudelijk wat mee zal doen.
Voorbeeld: structuur van een asielbeschikking art. 31 Vw
Asielbeschikkingen hebben in de regel een vaste structuur en dienen enkele vaste onderdelen te bevatten. Als we de afwijzing op grond van artikel 31 als voorbeeld nemen, dan zal in de beschikking in de regel beginnen met wat er is besloten, waarna een procedure overzicht volgt, een korte uiteenzetting van de elementen van het verzoek, vervolgens het referentie kader van de verzoeker, een beoordeling van de elementen, een consequentie van de beoordeling (geloofwaardig of niet), de toets aan de vluchtelingen definitie, een 3 EVRM/ 15 Ri 2011/95/EU Kwalificatie richtlijn toets, een conclusie, een beoordeling van de ambtshalve toets aan artikel 8 EVRM en artikel 64 Vw om vervolgens de rechtsgevolgen te noemen en een rechtsmiddelen clausule. De structuur van het besluit is daarmee ook een goede basis voor de gronden van het beroep. Voor elk onderdeel kan aangegeven worden waarom het niet deugt en wat daarvan de consequentie moet zijn. Maar laat je daar niet door beperken! Het is ook mogelijk dat er gronden zijn die de structuur van het besluit overstijgen.
Juridische gronden dienen onderbouwd te worden met feiten en in de gronden moet de koppeling tussen de feiten uit het dossier en de juridische grondslag worden gemaakt. Dit maakt ook meteen duidelijk dat de feitenvaststelling van groot fundamenteel belang is. Als advocaat moet je controleren of de feitenvaststelling juist heeft plaatsgevonden of dat daar wat aan schort. De vervolgvraag is immers de kwalificatie vraag: moeten de vastgestelde feiten leiden tot bescherming of niet?
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen