4.1.3 Termijnoverschrijding
Termijnoverschrijdingen voor het indienen van een rechtsmiddel zullen in de regel langs de lat van 6:11 Awb worden gelegd.[6] Als je te laat bent, zal onderzocht moeten worden of dat verschoonbaar is of niet. In het geval van een termijnoverschrijding moet je je cliënt zo snel en volledig mogelijk informeren en proberen schade zoveel mogelijk te beperken. Op 30 januari 2024 oordeelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) dat bestuursorganen en bestuursrechters moeten aannemen dat een termijnoverschrijding verschoonbaar is[7] en dat er meer rekening gehouden moet worden met bijzondere omstandigheden. Dit vraagt een op het individuele geval gerichte, contextuele benadering.[8]
Met de verplichte digitale procesvoering in asiel kun je geconfronteerd worden met een haperend systeem. De ervaring leert dat de digitale werkomgeving (van de rechtbank) niet altijd even stabiel is. Het komt voor dat er storingen zijn waardoor je niet kan inloggen op de omgeving. Soms worden deze storingen gemeld op de website van de rechtspraak[9] en soms ook niet. Grote landelijke storingen worden ook wel gemeld op https://allestoringen.nl/
Bij storingen: instructies van de rechtspraak
Kan je niet inloggen omdat er een storing is het systeem van de rechtspraak? En dreig je daarom een termijn te missen? Houd je dan aan de instructies van de rechtspraak en dien je rechtsmiddel in op de eerstvolgende dag dat je bekend had kunnen zijn dat de storing is verholpen. De termijnoverschrijding is dan verschoonbaar.
Als het niet lukt om in te loggen omdat er een storing is in het systeem en je om deze reden een termijn dreigt te missen, doe je er als advocaat goed aan om te handelen conform de instructies[10] van de rechtspraak. De termijnoverschrijding is dan verschoonbaar zoals bedoeld in 6:11 Awb indien je alsnog je rechtsmiddel indient op de eerstvolgende dag na de dag waarop je ermee bekend had kunnen zijn dat de storing is verholpen[11] (en de verstoring niet aan de jezelf te wijten is).[12]
Voorkomen is in alle gevallen beter dan genezen. Maar wees erop bedacht dat ook als een termijnoverschrijding niet verschoonbaar wordt geacht, je als advocaat in voorkomende gevallen een beroep op artikel 3 EVRM kan en zal moeten doen. De ABRvS heeft in juni 2022[13] de ‘Bahaddar-toets’ verduidelijkt en het absolute karakter van artikel 3 EVRM nogmaals bevestigd en in dat absolute karakter aanleiding gezien te overwegen dat geen enkele nationale procedure regel daaraan in de weg mag staan. Met als gevolg dat in die zaak een termijnoverschrijding (voor het indienen van gronden) niet afgestraft werd. Wees je ervan bewust dat artikel 6:6 van de Awb in de eerste plaats een ‘kan-bepaling’ is. Het niet voldoen aan een vereiste leidt daarmee niet automatisch tot een niet-ontvankelijkheidsverklaring. De rechter zal in voorkomende gevallen zelf ambtshalve moeten onderzoeken of zich Bahaddar omstandigheden voordoen. Als dat niet het geval is en er - grof gezegd - geen 3 EVRM schending in beeld komt, is de conclusie dat een nationale procedure regel wel tegengeworpen mag worden.[14]
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen