4.1.1 Termijnen
Een asielpraktijk draait bij de gratie van deugdelijke termijnbewaking. Daarom is het belangrijk dat je een deugdelijk systeem gebruikt voor de termijnbewaking. Het is aan te raden een systeem te hanteren waarbij het niet meteen ernstige gevolgen heeft als je in je eigen agenda een termijn hebt gemist. In de praktijk betekent dat een dubbele notitie in de digitale agenda of takenlijst, een eerste termijn ruim (een aantal dagen) voor het verstrijken van de termijn en een tweede op de dag van het verstrijken van de termijn. Ga er niet zonder meer van uit dat de termijn voor een beroep asiel vier weken is, maar controleer altijd wat er daadwerkelijk in de beschikking staat en ga na of dat ook klopt. Het handelen op grond van een onjuiste rechtsmiddelenclausule is soms verschoonbaar, maar kan wel vervelende gevolgen hebben voor de rechtzoekende, zoals bijvoorbeeld beëindiging van de opvang.
Termijnen van beroep
In artikel 69 Vw2000 is bepaald dat de beroepstermijn vier weken bedraagt. Het asielrecht kent daarnaast verschillende termijnen waarbinnen een rechtsmiddel ingediend moet worden, variërend van 24 uur tot 4 weken.
De termijn bedraagt één week als de aanvraag is afgewezen op grond van artikel 69 lid 2, dan. Dit zijn:
- afwijzingen binnen de AA-procedure of niet in behandeling genomen aanvragen op grond Artikel 30 Vreemdelingenwet 2000
- de niet-ontvankelijkverklaringen (denk aan veilig (derde) land) op grond van Artikel 30a Vreemdelingenwet 2000
- afwijzingen als kennelijk ongegrond (behelst de situaties genoemd in artikel 32 Ri 2013/32/Eu) op grond van Artikel 30b Vreemdelingenwet 2000
- buiten behandeling stellingen van de aanvraag op grond van Artikel 30c Vreemdelingenwet 2000.
In al deze gevallen is de termijn voor het instellen van het beroep één week.
Als de termijn voor het instellen van het beroep één week bedraagt, betekent dat niet dat je in al die gevallen ook een week de tijd hebt voordat je als advocaat in actie moet komen. De rechtsgevolgen van het afwijzende besluit gelden soms onmiddellijk, met als gevolg dat er binnen 24 uur ook een vovo moet worden ingediend met het verzoek de rechtsgevolgen van de bestreden beschikking te schorsen.
Artikel 82 Vreemdelingenwet 2000 bepaalt in lid 1 dat de werking van het besluit omtrent een verblijfsvergunning wordt opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist. De leden 2 t/m 5 brengen vergaande beperkingen aan op het in lid 1 geformuleerde uitgangspunt van schorsende werking bij het indienen van een beroep.
De nationale praktijk is hier niet op alle punten in overeenstemming met het Unierecht. De wetgever heeft gekozen voor een meeromvattende beschikking (art. 45 Vw) waarin alle rechtsgevolgen van het besluit in een beschikking zijn opgenomen. Dit betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag tevens een terugkeerbesluit in de zin van de Terugkeerrichtlijn is en beëindiging van de opvang tot gevolg heeft.
Het Hof van Justitie heeft zich over de opvang in het arrest Gnandi2 uitgesproken. Het ziet vooral op eerste asielverzoeken3 waarbij een terugkeerbesluit is geslagen en tevens een rechtsmiddel is aangewend tegen dat terugkeerbesluit. Het Hof heeft overwogen dat de asielzoeker -zodra de aanvraag is afgewezen- weliswaar illegaal is en een terugkeerbesluit kan ontvangen, maar ook dat het beroep tegen het terugkeerbesluit van rechtswege schorsende werking moet hebben, om zo het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel en het beginsel van non-refoulement te garanderen. Het Hof heeft ook bepaald dat de asielzoeker in afwachting van de uitkomst van het rechtsmiddel tegen de afwijzing van zijn asielverzoek, in beginsel het recht heeft op opvang op grond van de Opvangrichtlijn. Uit de vaststelling van de begroting 2022 blijkt dat een wetswijziging “Wet aanpassing wettelijke basis verblijf in beroep (Gnandi)” intern wordt voorbereid.4
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen