2.7.1 Overdrachtstermijn en verlenging van de overdrachtstermijn
Artikel 29 lid 1 Dv bepaalt dat binnen zes maanden na aanvaarding van het over- of terugnameverzoek of na de definitieve beslissing op het bezwaar of beroep (als dat opschortende werking heeft) de overdracht moet plaatsvinden. Nederland heeft gekozen om toepassing te geven aan artikel 27 lid 3 aanhef en onder c Dv. Dat betekent dat de ingediende vovo connex aan beroep mag worden afgewacht totdat uitspraak is gedaan op de vovo.
Als de overdracht niet plaatsvindt binnen de termijn van zes maanden na aanvaarding van het over- of terugnameverzoek dan wel na de uitspraak op het beroep of het verzoek als die opschortende werking hebben (wat het geval is als de vovo in beroep is toegewezen), dan wordt Nederland de verantwoordelijke lidstaat. Je bespreekt met je cliënt wat de uiterste overdrachtsdatum is.
Je bespreekt het effect van een ingediende en toegewezen vovo op de overdrachtstermijn van zes maanden, namelijk dat de overdrachtstermijn zes maanden nadat uitspraak is gedaan op het beroep eindigt. Dit bespreek je met je cliënt vóórdat je de rechtsmiddelen indient. Ook na toewijzing van de vovo leg je je cliënt uit wat dit betekent voor hem.
Als de rechtbank tijdens de beroepsprocedure de vovo heeft toegewezen, dan leidt een vovo die in hoger beroep wordt toegewezen tot opschortende werking van de overdrachtstermijn en vangt de termijn van zes maanden voor de overdracht aan na de uitspraak op het hoger beroep.[29] Ook hier bespreek je de consequenties voor je cliënt van het indienen van een vovo.
Indien de vovo niet is toegewezen in beroep, kan een vovo in hoger beroep niet tot opschortende werking van de overdrachtstermijn leiden, maar alleen tot een overdrachtsverbod totdat op het hoger beroep is beslist (bij hoger beroep van cliënt) of dat geen uitvoering hoeft te worden gegeven aan de uitspraak van de rechtbank totdat op het hoger beroep is beslist (bij hoger beroep van de IND).
Gaat je cliënt MOB dan wordt de overdrachtstermijn ex artikel 29 lid 2 Dv verlengd tot achttien maanden na aanvaarding van het over- of terugnameverzoek dan wel na de uitspraak op het beroep of het verzoek als die opschortende werking hebben. Daarbij moet de IND de verantwoordelijke lidstaat wel voor het verstrijken van de termijn van zes maanden hebben geïnformeerd dat je cliënt MOB is.[30] Als de IND dat niet doet voor het verstrijken van de termijn van zes maanden, is Nederland verantwoordelijk voor de behandeling van de asielaanvraag. Je bespreekt met je cliënt dat als hij MOB zou gaan, de overdrachtstermijn tot achttien maanden wordt verlengd.
Als de overdrachtstermijn ten onrechte tot achttien maanden is verlengd omdat bijvoorbeeld ten onrechte een MOB melding is gedaan, dan kun je daar rechtstreeks beroep tegen instellen.[31] Ga daarbij goed de voorwaarden en jurisprudentie na om te beoordelen of beroep zinvol is en bespreek dit met je cliënt.[32]
Als je cliënt (strafrechtelijk) gevangen zit, kan de IND ex artikel 29 lid 2 Dv de overdrachtstermijn verlengen tot een jaar na aanvaarding van het over- of terugnameverzoek dan wel na de uitspraak op het beroep of het verzoek als die opschortende werking hebben. Ook hiervoor geldt dat de IND de verantwoordelijke lidstaat wel voor het verstrijken van de termijn van zes maanden moet hebben geïnformeerd dat je cliënt gevangen zit waardoor de overdrachtstermijn tot één jaar wordt verlengd. Als de IND dat niet doet, dan wordt Nederland verantwoordelijk voor de behandeling van de asielaanvraag. Indien van toepassing, bespreek je ook de verlenging van de overdrachtstermijn tot één jaar indien je cliënt gevangen zit.
Het is tot slot ook van belang je cliënt goed te informeren over zijn houding tegenover de IND/COA/DT&V; als je cliënt aangeeft niet mee te willen/zullen werken, wordt het risico van vreemdelingenbewaring om hem over te dragen groter.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen