2.6.4 Uitspraak rechtbank

Als de uitspraak negatief is voor je cliënt en je al eerder hebt aangegeven bij je cliënt dat je geen hoger beroep zult indienen, dan leg je dat in de begeleidende brief of e-mail nogmaals uit en geef je aan dat je cliënt een andere advocaat kan benaderen en dat het hoger beroep binnen één week na de datum van de uitspraak moet worden ingediend.

Tijdens de bespreking van de uitspraak op kantoor, leg je de uitspraak uit en bespreek je de mogelijkheid van hoger beroep of verzet (afhankelijk van de uitspraak) en of je dat wel of niet doet en de redenen daarvoor. Als je geen hoger beroep wilt indienen of verzet aantekenen, dan bespreek je met je cliënt de mogelijkheid om een andere advocaat daarvoor te benaderen. Je legt daarbij ook de termijnen van één week/zes weken uit. Afhankelijk van de uitspraak leg je ook uit dat de IND in incidenteel hoger beroep kan gaan als je cliënt in hoger beroep gaat.

Je bespreekt ook de mogelijkheid van een vovo hangende het hoger beroep en het eventuele opschortende effect daarvan op de overdrachtstermijn van zes maanden (zie ook paragraaf 2.7.1).

Na deze bespreking stuur je je cliënt een brief of e-mail waarin je de afspraken van de bespreking vastlegt. Als daarmee ook je werkzaamheden voor je cliënt zijn afgerond, zorg je dat de brief of e-mail ook meteen de afsluitende brief of e-mail is.

Bij een positieve uitspraak leg je de consequenties daarvan uit en bespreek je de mogelijkheid dat de IND in hoger beroep kan gaan.