2.6.3 Beschikking en rechtsmiddelen
Na ontvangst van de beschikking, stuur je je cliënt hiervan kopie en nodig je hem met een tolk uit voor een bespreking op kantoor. Als je tijdens de bespreking van het voornemen al hebt besproken dat je beroep en vovo zult indienen voor je cliënt, dan dien je die binnen de termijn van 24 uur in. Als je hebt besproken dat je alleen beroep zult indienen, dan dien je beroep in binnen de daarvoor bepaalde termijn van één week.
Tijdens de bespreking leg je je cliënt de inhoud van de beschikking uit en als je je cliënt bijstaat in beroep/vovo vraag je zijn reactie op de verschillende onderdelen. Je bespreekt ook nogmaals het nadeel van een eventuele toegewezen vovo en de opschorting van de overdrachtstermijn van zes maanden (zie ook paragraaf 2.7.1). Vervolgens dien je binnen de termijn de gronden van het beroep/verzoek in.
Je legt je cliënt tijdens de bespreking ook uit dat de rechtbank kan bepalen het beroep/verzoek zonder zitting af te doen. Je legt uit dat in het geval de uitspraak van het beroep dan in het nadeel van je cliënt is er alleen nog het eventuele rechtsmiddel van verzet mogelijk is. Je bereidt je cliënt voor op een eventuele zitting bij de rechtbank. Voor meer informatie over rechtsmiddelen, zie hoofdstuk 4.
Als je tijdens de bespreking van het voornemen hebt besproken dat je geen beroep/vovo zult indienen en je cliënt heeft aangegeven dat hij dat wel wil, dan dien je alsnog binnen 24 uur beroep/vovo in. Leg daarbij in de brief of e-mail aan je cliënt uit dat je dit zult intrekken als je niet uiterlijk op een bepaalde datum van hem hoort of hij een andere advocaat heeft gevonden die hem bijstaat bij het beroep/vovo.
Je bespreekt ook alvast de mogelijkheid van hoger beroep na een uitspraak op het beroep waarbij een zitting is geweest. Je legt daarbij uit dat de termijn één week is na bekendmaking van de uitspraak. Als dat mogelijk is, bespreek je ook nu alvast of je wel of niet hoger beroep wilt instellen voor je cliënt indien de uitspraak negatief is. Als je dat niet wilt, dan bespreek je ook dat je cliënt alvast op zoek kan gaan naar een andere advocaat die eventueel hoger beroep kan instellen.
Nadat je de gronden van beroep/verzoek hebt ingediend, stuur je je cliënt een kopie en leg je ook de eventuele hierboven genoemde afspraken nogmaals schriftelijk vast.
Na ontvangst van de uitnodiging van de zitting stuur je je cliënt hiervan kopie en reserveer je een tolk voor de zitting.
Na ontvangst van de uitspraak, stuur je je cliënt kopie hiervan, leg je de uitspraak en de consequenties hiervan uit en nodig je hem tevens uit om op kantoor de uitspraak te bespreken en regel je voor dat gesprek ook een tolk.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen