2.6.1 Bespreken aanmeldgehoor en voornemen

Na ontvangst van het voornemen, stuur je je cliënt een kopie hiervan en nodig je hem uit met een tolk voor een bespreking op kantoor. Als je het aanmeldgehoor Dublin nog niet bij een eerder contact met je cliënt hebt doorgenomen, neem je dat tijdens de bespreking van het voornemen ook door en dien je eventuele correcties en aanvullingen hierop tegelijk met de zienswijze in, als je hiertoe overgaat.
Je legt tijdens de bespreking uit dat de IND van plan is om de asielaanvraag ex artikel 30 lid 1 Vw 2000 niet in behandeling te nemen omdat een ander land verantwoordelijk is. Je vraagt ook naar de reactie van je cliënt hierop.

Je bespreekt met je cliënt (nogmaals) of er gezinsleden zijn in Nederland of andere lidstaten of er medische problematiek is of er andere bijzondere omstandigheden zijn - zoals naaste familieleden in Nederland of een andere lidstaat in combinatie met andere humanitaire omstandigheden- waardoor Nederland (dan wel een andere lidstaat) mogelijk verantwoordelijk kan worden geacht.

Je legt uit of een zienswijze en (ook) of beroep (en vovo) na ontvangst van de beschikking kans van slagen hebben. Daarbij ga je in op de reden voor het overname- of terugnameverzoek, op de landeninformatie, op de persoonlijke omstandigheden en de stand van zaken in de jurisprudentie.

Je bespreekt dat het indienen van een zienswijze en eventueel daarna instellen van rechtsmiddelen bij een uiteindelijk negatief resultaat ertoe leidt dat het langer duurt voordat de verantwoordelijke lidstaat de asielaanvraag inhoudelijk kan behandelen. Je bespreekt daarbij ook de mogelijkheid van zelfstandig vertrek naar de verantwoordelijke lidstaat. Let wel: Raad van State 13 juni 2022 ECLI:NL:RVS:2022:1667: “7.2. In haar uitspraak van 30 juli 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2537, heeft de Afdeling overwogen dat op Dublinclaimanten geen zelfstandige vertrekverplichting rust. Dat betekent dat de vreemdeling niet gehouden is initiatief te nemen om te vertrekken naar de verantwoordelijke lidstaat, maar het betekent wel, zoals de rechtbank ook heeft overwogen, dat de vreemdeling moet meewerken aan zijn overdracht.”

Je bespreekt nu alvast of je cliënt bij een negatieve beschikking in beroep wil en of hij een vovo wil vragen. Dit doe je alvast bij het bespreken van het voornemen, omdat na ontvangst van de negatieve beschikking binnen 24 uur een vovo moet worden ingediend als je cliënt de vovo wil kunnen afwachten in Nederland.^[28] Je legt daarbij uit dat een toegewezen vovo de overdrachtstermijn van zes maanden na aanvaarding van het over- of terugnameverzoek opschort tot zes maanden nadat op het beroep is beslist en dat deze toegewezen vovo ook consequenties kan hebben voor de werking van een eventuele vovo in hoger beroep (zie paragraaf 2.7.1).

Als je geen beroep/vovo wilt indienen voor je cliënt omdat je dit zinloos vindt, dan bespreek je al direct bij het voornemen dat je dit niet zult doen en je legt ook de reden(en) daarvoor uit. Daarbij bespreek je de mogelijkheid dat je cliënt -indien hij toch in beroep wil en mogelijk ook een vovo wil vragen- hij het beste nu al op zoek kan gaan naar een andere advocaat zodat  die andere advocaat rechtsmiddelen kan indienen (zie ook beroep en vovo, hoofdstuk 4 en second opinion, hoofdstuk 19). Je legt daarbij nogmaals uit dat de reden hiervoor is dat de vovo binnen 24 uur na bekendmaking moet worden ingediend indien je cliënt de vovo in Nederland wil kunnen afwachten. Voorgaande bevestig je na de bespreking schriftelijk aan je cliënt.