2.4.3 Familieleden
Naast de aanwezigheid van gezinsleden moet de advocaat met je cliënt ook nagaan of er (overige) familieleden in Nederland dan wel in één van de andere lidstaten zijn. Ook die spelen een belangrijke rol in de Dv. Zo kan een lidstaat onder voorwaarden verantwoordelijk worden gemaakt waar een familielid van de amv-er zich wettig ophoudt (artikel 8 lid 2 Dv).
Daarnaast zijn familieleden in het kader van een beroep op de artikelen 16 en 17 Dv van belang. In artikel 16 Dv is opgenomen dat Nederland ervoor zorgt dat de betrokkenen bij elkaar kunnen blijven indien je cliënt afhankelijk is van de hulp van zijn kind, broer, zus of ouder die wettig verblijft in een van de lidstaten. Dit geldt ook als andersom als deze familieleden afhankelijk zijn van de hulp van je cliënt.[20] Die afhankelijkheid bestaat uit hulp vanwege een zwangerschap, pasgeboren kind, ernstige ziekte, zware handicap of een hoge leeftijd. De in artikel 16 opgesomde familieleden en de redenen voor afhankelijkheid zijn beide limitatief.
Bijzondere, individuele omstandigheden kunnen maken dat de overdracht aan de verantwoordelijke lidstaat van een onevenredige hardheid getuigt waardoor Nederland onverplicht het asielverzoek in behandeling neemt.[21] Hiertoe kun je een beroep doen op artikel 17 Dv lid 1 om het asielverzoek onverplicht in behandeling te nemen wegens humanitaire gronden. In dit kader kan ook een beroep worden gedaan op de aanwezigheid van familieleden in Nederland. Let daarbij wel op -en leg dit goed uit aan je cliënt- dat dit een uitzondering is en dat je cliënt de bijzondere, individuele omstandigheden goed moet onderbouwen. De enkele aanwezigheid van familieleden zal er vaak niet toe leiden dat Nederland de behandeling van het asielverzoek aan zich trekt omdat het beleid voorschrijft dat de IND terughoudend gebruik maakt van deze bevoegdheid en reguliere wegen openstaan voor gezinshereniging.
Nederland kan ook een andere lidstaat vragen om een verzoeker over te nemen, zolang de IND nog geen beslissing heeft genomen op het asielverzoek. Het doel hiervan is om gezins- en familierelaties te herstellen op humanitaire gronden -in het bijzonder op grond van familiebanden of op culturele gronden- ook wanneer de andere lidstaat niet verantwoordelijk is. De betrokkenen moeten hiermee wel schriftelijk instemmen. De IND behandelt een verzoek van een andere lidstaat om een vreemdeling over te nemen op grond van artikel 17 lid 2 Dv terughoudend. De IND willigt zo’n verzoek alleen in als er sprake is van bijzondere, individuele omstandigheden die maken dat het niet herenigen van de vreemdeling getuigt van een onevenredige hardheid.[22] Ook dit moet je goed uitleggen aan je cliënt.
Een uitzondering op deze discretionaire bevoegdheid is de situatie dat overdracht naar de verantwoordelijke lidstaat leidt tot een schending van artikel 3 EVRM dan wel artikel 4 Hv. Dan is het een verplichting het asielverzoek in behandeling te nemen.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen