2.1.1 Rangordecriteria
In artikel 8 tot en met 15 van de Dv staan de rangordecriteria voor een overnameverzoek. Die artikelen bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek van je cliënt. Artikel 7 Dv bepaalt dat de criteria van toepassing zijn in de volgorde waarin ze in de Dv zijn opgesomd. Dus als er meerdere criteria van toepassing zijn, dan is het artikel dat als eerste genoemd staat, van toepassing. Dus artikel 8 gaat voor artikel 9 enzovoorts.
Als advocaat bespreek je met je cliënt of een van de rangordecriteria mogelijk van toepassing is. Meestal zal je cliënt het liefst in Nederland zijn procedure doorlopen en zal zelf geen beroep op de rangordecriteria willen doen. Maar als hij wel een beroep op de rangordecriteria wil doen zodat een ander land zijn asielaanvraag in behandeling moet nemen, bespreek je of hij bewijzen of indirecte bewijzen heeft waarmee hij een van de rangordecriteria kan onderbouwen.[2] Als je cliënt vervolgens een onderbouwd beroep wil doen op een van de rangordecriteria, dan moet je die (indirecte) bewijzen zo spoedig mogelijk in bij de IND indienen.
De rangordecriteria in de artikelen 8-11 gaan uit van de aanwezigheid van gezins- en familieleden in lidstaten (zie verder hierna paragraaf 2.4.2). Als het gaat om rangordecriteria waarbij zowel je cliënt als het gezinslid schriftelijk moeten verklaren dat zij bij elkaar in dezelfde lidstaat willen verblijven, bespreek dan met je cliënt of zijn gezinslid deze verklaring wil afgeven.
Bij artikel 12 Dv zijn de geldigheidsduur van verblijfstitels en visa van belang. Je moet daarbij de criteria een voor een doorlopen en samen met je cliënt nagaan of er aan de voorwaarden van artikel 12 Dv voldaan wordt. In artikel 12 lid 4 Dv wordt gesteld dat de leden 1, 2 en 3 van toepassing zijn als je cliënt: a. houder is van één of meer verblijfstitels die minder dan twee jaar verlopen zijn of b. in bezit is van één of meer visa die minder dan zes maanden zijn verlopen, die hem ook daadwerkelijk toegang hebben verschaft tot het grondgebied van een lidstaat én je cliënt het grondgebied van de lidstaten vervolgens niet heeft verlaten.
Artikel 13 lid 1 Dv bepaalt dat de lidstaat verantwoordelijk is waarvan je cliënt -komend vanuit een derde land- de grens van die lidstaat illegaal heeft overschreden. Die verantwoordelijkheid eindigt twaalf maanden na de datum waarop de illegale grensoverschrijding heeft plaatsgevonden. Artikel 13 bepaalt ook dat de illegale grensoverschrijding aan de hand van bewijsmiddelen of indirect bewijs, zoals omschreven in de twee, in artikel 22, lid 3, van deze verordening genoemde lijsten (inclusief de gegevens zoals bedoeld in Verordening (EU) nr. 603/2013), moet worden vastgesteld.[3]
Voor het rangordecriterium van artikel 13 Dv moet je dus goed met je cliënt nagaan of de illegale grensoverschrijding meer dan twaalf maanden geleden plaatsvond en of hij daarvan (indirect) bewijs heeft.
Als dat zo is, kan het zijn dat een andere lidstaat nog ex artikel 13 lid 2 Dv verantwoordelijk is. Je cliënt moet dan wel een onafgebroken periode van ten minste vijf maanden in een andere lidstaat zijn geweest voordat hij het asielverzoek in Nederland heeft ingediend. Als dit in het belang van je cliënt is, kun je nog nagaan of hij (indirect) bewijs heeft van zijn vijf maanden verblijf in een andere lidstaat.
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen