1.5.3 Opstellen zienswijze
Afhankelijk van de vraag of er sprake is van een AA- of VA-procedure ga je meteen aan de gang met het schrijven van de zienswijze. Het is uiteraard ook mogelijk om daar al aan te beginnen voordat je je cliënt spreekt. Dit kun je tegelijkertijd met het analyseren van het voornemen doen.
Hoofdzaken en bijzaken onderscheiden
Doel van de zienswijze moet zijn om de IND op andere gedachten te brengen zodat de aanvraag alsnog wordt ingewilligd. Argumenten laten liggen om die te gebruiken in beroep is niet raadzaam. Een gewonnen beroep betekent immers niet altijd een inwilliging en kan geen doel op zich zijn. Daarnaast is het in het belang van je cliënt dat hij zo snel mogelijk duidelijkheid krijgt. Als een beroepsprocedure voorkomen kan worden dan moet daar naar gehandeld worden.
Bij het opstellen van de zienswijze ga je in op de dragende overwegingen van het voornemen. Van tevoren heb je een analyse gemaakt van dragende overwegingen en ondersteunende overwegingen. Dit onderscheid is belangrijk bij het opstellen van een goede zienswijze. De dragende overwegingen zullen weerlegd moeten worden. Indien je je beperkt tot de bijzaken en de dragende overwegingen laat liggen zal dit niet leiden tot een ander besluit en zal het besluit bij een toets door de rechter ook in stand blijven.
De overwegingen in het voornemen weerleg je zo goed als mogelijk met de uitleg van je cliënt, juridische argumentatie, landeninformatie en jurisprudentie. Het zal per overweging verschillen welke argumentatie je moet gebruiken. Een tegenstrijdige verklaring bijvoorbeeld kun je moeilijk weerleggen met jurisprudentie. Daarvoor heb je een uitleg van je cliënt nodig. Benoem ook, indien van toepassing, in je zienswijze dat het voornemen te zeer is gebaseerd op details en de grote lijn in het relaas is los gelaten.
Argumentatie beleid, jurisprudentie en/of landeninfo
Indien in het voornemen het beleid onjuist is toegepast, benoem je dat uiteraard in je zienswijze. Motiveer dit; het enkel benoemen dat het niet juist is toegepast volstaat niet. Kijk hierbij niet alleen naar het landgebonden asielbeleid maar ook naar werkinstructies die gaan over de geloofwaardigheid (WI 2024/6 (voorheen 2014/10)), kwetsbare personen (WI 2008/6 en WI 2010/13) en de themagerichte werkinstructies, zoals die over bekeerlingen (WI 2022/3) en LHBTIQ+ (WI 2019/17). In deze werkinstructies staat veel informatie over hoe de IND moet motiveren en wat afgewogen moet worden. Indien niet conform de werkinstructies gehandeld is, benoem je dat in je zienswijze.
In de jurisprudentie zijn veel argumenten te vinden die je kunt gebruiken in je zienswijze. Gebruik deze ook. Volsta daarbij niet naar een verwijzing maar benoem de uitspraak (bijvoorbeeld: ECLI:RVS:2023:3365), de rechtsoverweging en leg uit waarom deze uitspraak relevant is.
Kijk ook of de argumentatie in het voornemen klopt met de landeninformatie die bekend is. Als er in het voornemen verwezen wordt naar landeninformatie, controleer je of de verwijzing juist is en of er recentere landeninformatie is die iets anders zegt. Kijk ook of je landeninformatie kan vinden die het relaas van je cliënt onderbouwt en waarmee je de argumentatie van de IND kan weerleggen.[43]
Onderzoek de mogelijkheden om de argumenten in het voornemen te weerleggen met verklaringen van derden. Dit kunnen getuigenverklaringen zijn[44] of verklaringen/rapportages van organisaties.[45]
Toelichten tegenstrijdige / onduidelijke verklaringen
Als er getwijfeld wordt aan de geloofwaardigheid zal dit nogal eens zijn vanwege tegenstijdige of onduidelijke verklaringen van je cliënt. Deze heb je doorgenomen met hem tijdens het bespreken van het voornemen. De volgende stap is dat er een uitleg komt. Verklaringen aanvullen zonder nadere uitleg waarom, leidt zelden tot succes.
Kijk of er voldoende rekening is gehouden met het referentiekader en de persoon van de cliënt. Betrek hierbij ook het medisch advies dat is uitgebracht. Is daar voldoende rekening mee gehouden bij het horen en beslissen?
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen