1.1.2 Veilig land (Spoor 2)
In spoor 2 worden onder andere zaken behandeld van cliënten die uit een veilig land komen of die al een verblijfsvergunning hebben in een ander EU-land. In artikel 30b Vw is terug te vinden welke zaken in spoor 2 worden behandeld.
Allereerst worden in spoor 2 cliënten behandeld die uit een veilig land van herkomst komen. De lijst met landen die als veilig worden aangemerkt is te vinden op de website van de IND[2] en Bijlage 13 van het Voorschrift Vreemdelingen.[3] De Afdeling heeft in 2016 een belangrijke uitspraak gedaan over de voorwaarden waaronder een land als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt.[4]In 2021 is een belangrijke uitspraak gedaan over de vraag op welke manier de herbeoordeling moet plaatsvinden om in overeenstemming te zijn met art. 37 lid Procedurerichtlijn.[5] De Staatssecretaris heeft toegezegd dat alle landen één keer per jaar herbeoordeeld worden.[6]Dit betekent dat landen van de lijst af kunnen worden gehaald en toegevoegd. Bij een aantal landen zijn ook uitzonderingen gemaakt voor bepaalde groepen (met name LHBTIQ+-ers).
Als je een zaak toegewezen krijgt die in spoor 2 zal worden behandeld, is het altijd belangrijk om te kijken wanneer de laatste herbeoordeling is geweest en of daarbij groepen zijn uitgesloten. Ook is het belangrijk om aan de hand van de laatste landeninformatie na te gaan of een land nog daadwerkelijk als veilig land kan worden aangemerkt. Dit zal in het gesprek met je cliënt ook aan de orde moeten komen.
Daarnaast wordt spoor 2 gebruikt voor cliënten die al een verblijfsvergunning hebben in een ander EU-land. Dit is dus een andere procedure dan de Dublin-procedure! De Dublinverordening is ook niet van toepassing op deze zaken. Indien er sprake is van een zaak waarbij je cliënt al een verblijfsvergunning heeft in een ander land, zal Nederland het asielverzoek niet-ontvankelijk kunnen verklaren.[7] Betoogd en onderbouwd zal dan moeten worden dat je cliënt bij terugkeer naar de lidstaat waar zij een asielvergunning hebben gekregen, buiten hun eigen wil en keuzes om, zullen terechtkomen in een toestand van zeer verregaande materiële deprivatie als bedoeld in de punten 89 tot en met 91 van het arrest Ibrahim.[8] Voor de uitvoeringspraktijk in Nederland verwijs ik naar de uitspraken van de Afdeling van 28 juli 2021 ten aanzien van Griekse statushouders.[9]
-
Proces
- 1. De asielprocedure uitgelegd
- 2. De Dublinprocedure
- 3. Opvolgende aanvraag
- 3.1 De intake
- 3.2 Model M35-O invullen
- 3.3 Indienen opvolgende asielaanvraag
- 3.4 Voorbereiding op het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.5 Nabespreking van het gehoor opvolgende aanvraag
- 3.6 Reactie naar de IND
- 3.7 Gevolgen indiening opvolgende aanvraag
- 3.8 Beschikking en rechtsmiddelen
- 3.9 Nazorg
- 3.10 Doen - Niet doen
- 4. Beroep en vovo
- 5. Hoger beroep en vovo
- 6. Internationale rechtsmiddelen
- 6.1 Hof van Justitie van de Europese Unie
- 6.2 Jurisprudentieonderzoek
- 6.3 Opstellen van prejudiciële vragen
- 6.4 Verloop van de procedure bij het HvJEU
- 6.5 Uitspraak van het HvJEU
- 6.6 Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- 6.6.1 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- 6.6.2 Analyse ontvankelijkheid
- 6.6.3 Start procedure
- 6.6.4 Opstellen feitenrelaas
- 6.6.5 Opstellen toelichting schendingen
- 6.6.6 Uitputting nationale rechtsmiddelen
- 6.6.7 Checklist formele vereisten
- 6.6.8 Bespreken proces met cliënt
- 6.6.9 Contact met procespartijen
- 6.6.10 Opstellen friendly settlement
- 6.6.11 Repliek-dupliek
- 6.6.12 Uitspraak
- 6.7 VN-comités
- 6.8 Doen - Niet doen
-
Thema's
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 7.1 Dossieranalyse 1F indicaties
- 7.2 Afspraak cliënt
- 7.3 Verwijzing naar 1F-unit
- 7.4 Voornemen artikel 1F
- 7.5 Beschikking en rechtsmiddelen
- 7.6 Hoger beroep
- 7.7 Artikel 1F vs artikel 3 EVRM na rechtsmiddelen
- 7.8 Europees inreisverbod
- 7.9 Ongewenstverklaring
- 7.10 Opvolgende aanvraag
- 7.11 Doen - Niet doen
- 8. De alleenstaande minderjarige
- 9. Medische aspecten in asiel
- 10. Gezinshereniging: nareis en artikel 8 EVRM
- 11. Mensenhandel en uitbuiting
- 12. Buitenschuldvergunning
- 13. Bronnen onderbouwen asielrelaas
- 13.1 Categorieën bronnen
- 13.2 Landeninformatie
- 13.3 Medische documentatie
- 13.4 Verklaringen van derden
- 13.5 Contacten met organisaties
- 13.6 Beleidstukken
- 13.7 Jurisprudentie
- 13.8 Gebruik van inhoudelijke bronnen
- 13.9 Onderzoek KMar en Bureau Documenten
- 13.10 Taalanalyse
- 13.11 Gebruik van juridische bronnen
- 13.12 Nieuwsbrieven
- 13.13 Doen - Niet doen
- 14. Verkrijgen en behoud van de verblijfsvergunning asiel
- 15. Terugkeerbesluit, vreemdelingenbewaring en vertrek
- 16. Moratoria en Richtlijn Tijdelijke Bescherming
- 17. Overschrijden termijnen, dwangsom en verjaring
- 18. Tolken en vertaling
- 19. Second opinion
- 20. Opvang COA
- 21. Klachten
- 21.1 Een klacht indienen
- 21.2 Klacht tegen een andere advocaat
- 21.3 Redenen om een klacht in te dienen
- 21.4 Klachtprocedure bij een bestuursorgaan
- 21.5 Klachtwaardig gedrag van tolken
- 21.6 Procesverloop klacht
- 21.7 Klachtprocedure bij de Nationale ombudsman
- 21.8 Zelf een klacht krijgen
- 21.9 Doen - Niet doen
- 7. 1F Vluchtelingenverdrag
- 22. Totaaloverzicht Doen - Niet Doen